Met de reserveringsfunctie van het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) kan de router een IP-adres leasen voor gebruik van een specifiek apparaat op uw netwerk, zodat de router het IP-adres niet toewijst aan andere apparaten in het netwerk. Dit is handig als u meerdere apparaten beheert, zoals printservers, webcamera's, netwerkprinters of gameconsoles.
Om de DHCP-reservering op uw Linksys Dual-Band WiFi-router te configureren, volgt u de onderstaande stappen:
1. Log in op de webinterface van de Linksys Dual-Band WiFi Router.
2. Klik op het tabblad Configuration (Configuratie).
3. Klik op Connectivity (Connectiviteit) en selecteer vervolgens Local Network (Lokaal netwerk).
2. Klik op het tabblad Configuration (Configuratie).
3. Klik op Connectivity (Connectiviteit) en selecteer vervolgens Local Network (Lokaal netwerk).

4. Onder DHCP Server Setting (Instelling DHCP-server) klik op DHCP Reservation (DHCP-reservering).
Zorg ervoor dat de DHCP Server is ingeschakeld.

5. De DHCP Client-tabel verschijnt. Hiermee wordt de lijst met apparaten weergegeven die op uw netwerk zijn aangesloten. Selecteer een apparaat in het gedeelte Select Clients from DHCP Tables (Clients uit DHCP-tabellen selecteren) en vink het selectievakje Select (Selecteren) aan en klik vervolgens op Add Clients (Clients toevoegen).

Als het apparaat dat u wilt toevoegen niet wordt vermeld, kunt u handmatig een apparaat toevoegen aan de DHCP-clienttabel. Om dit te doen, moet u het MAC-adres van uw apparaat krijgen en de details invoeren onder het gedeelte Manually Add Client (Client handmatig toevoegen) en vervolgens op Add (Toevoegen) klikken.
6. Nadat de client is toegevoegd, scrolt u naar beneden en ziet u het gedeelte Clients Already Reserved (Reeds gereserveerde clients). Als dat nodig is, kunt u ook de naam van de klant of het toegewezen IP-adres wijzigen.

7. Klik op Save (Opslaan).
Uw apparaat krijgt automatisch het toegewezen IP-adres telkens wanneer het verbinding maakt met het netwerk.
Uw apparaat krijgt automatisch het toegewezen IP-adres telkens wanneer het verbinding maakt met het netwerk.

