
IoT-apparaten omvatten een breed scala aan alledaagse voorwerpen, waaronder printers, smart-tv's, deurbellen, camera's en slimme luidsprekers. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze apparaten is dat ze afhankelijk zijn van de 2,4 GHz WiFi-band, in tegenstelling tot de 5,0 GHz-band. De reden voor deze voorkeur is dat de 2,4 GHz-frequentie een groter bereik biedt, zij het met een redelijke snelheid, wat geschikter is voor IoT-apparaten die connectiviteit boven snelheid stellen.

In dit artikel vindt u stappen voor het configureren van uw router om verbinding te maken met IoT-apparaten die moeite hebben om verbinding te maken.
Nieuwere routers worden doorgaans geleverd met een standaard WiFi-beveiligingsinstelling voor Mixed Mode (bijvoorbeeld WPA3™/WPA2 Mixed Mode). Veel IoT-apparaten die oudere Wi-Fi®-standaarden gebruiken, kunnen echter moeite hebben om verbinding te maken met deze instelling. Om dit probleem op te lossen, is een eenvoudige en effectieve oplossing het handmatig instellen van de beveiligingsmodus op uw 2,4 GHz WiFi op WPA2. Klik op elke link voor verdere instructies:
Als de hierboven genoemde aanbeveling het probleem niet oplost, is er mogelijk een extra stap nodig, namelijk het scheiden van uw 2,4 GHz SSID van uw 5,0/6,0 GHz-banden. Hoewel deze stap niet erg populair is, is het wel bekend dat het een betrouwbare oplossing is voor IoT-apparaten die moeite hebben met het herkennen van meerdere SSID's afkomstig van dual- of triband-routers. Hieronder vindt u de stappen die u kunt volgen:
3. Onder Router Settings (Routerinstellingen) klik op Wi-Fi Settings (WiFi-instellingen) in het linkernavigatievenster.
4. Klik onder het tabblad Wireless (Draadloos) op Show more (Meer weergeven) om de afzonderlijke instellingen voor de 2,4 GHz- en 5 GHz-band weer te geven. Voer vervolgens de gewenste WiFi-naam en het WiFi-wachtwoord in de daarvoor bestemde velden in.

5. Klik op Apply (Toepassen) en druk op Ok.
Dit laatste is een gouden standaard. Als beide bovenstaande stappen niet werken, zou een betrouwbare herstart voldoende moeten zijn. Soms kan een simpele herstart van uw apparaten al een verschil maken.

